dinsdag 22 november 2011

Wild in de Ardennen

Als je eens een weekend wilt vluchten uit de drukte van de Randstad en sociale verplichtingen, dan is een bezoek aan de Belgische Ardennen een aanrader. Na slechts drie uur rijden ben je in een heel andere wereld waar de natuur ongerept is en de bourgondische levensstijl je warm ontvangt. Onlangs ben ik met mijn vriend een weekend daar geweest. We wilden even weg uit het leuke, maar haastige Haarlem. De afgelopen tijd was vrijwel ieder weekend voorbij gevlogen, vol met afspraken en verjaardagen. Erg gezellig, maar wel druk en op maandag moet je er weer tegenaan op het werk. Op een gegeven moment snak je naar frisse lucht en dus gingen we die opzoeken bij onze zuiderburen.

Op internet hadden we voor een leuke prijs een schattig familiehotel gevonden midden in het dorpscentrum van Saint Hubert. Voor tien euro extra per persoon konden we daar op de avond van aankomst ook een menu van wild krijgen. Dat was veelbelovend, dus dat boekten we erbij. Ook lekker makkelijk, dan hoef je niet ’s avonds laat het dorp nog af te struinen naar een restaurant. Het weekendje weg was hiermee geregeld en met slechts een weekendtas aan bagage konden we gaan.
(s)Tom(s)tom
Na drie uur rijden was vanuit de auto het uitzicht op drukke snelwegen, grote kantoorgebouwen en saaie weilanden veranderd in een bergachtig landschap van slingerende wegen, grote bomen en rotsen. De kleine bergdorpjes trokken voorbij en we zagen zowaar een paard langs de weg dat een kar met boomstammen voorttrok. Zo idyllisch! Toen zagen we een bord dat aangaf dat Saint Hubert linksaf was, terwijl de Tomtom overtuigend meldde dat we rechtsaf moesten slaan. Wel vreemd, maar we vertrouwden erop dat dit juist was, dus gehoorzaamden we het pratende apparaat. Tien minuten later wisten we dat ook een Tomtom zich kon vergissen, want we waren via een grote omweg over modderpaden en smalle straatjes naar de plaats van bestemming gestuurd.

Aangekomen in Saint Hubert moesten we een paar rondjes door het dorp rijden voordat we het hotel hadden gevonden. Het bleek aan de overkant van de kerk te liggen, maar door een verwarde Tomtom werd het een ingewikkelde speurtocht. ’’Kijk, dáár is het hotel,’’ zei ik toen ik gewoon eens uit het raam keek.

De accommodatie
Het hotel bleek in het echt een stuk minder mooi te zijn dan op de foto’s, maar de rommelige inrichting had wel iets. Verder was de eigenaar erg vriendelijk. Via een monster van een trap met oud donkerrood tapijt en gangen vol oude bankstellen, nepbloemen en andere frutsels kwamen wij bij onze eenvoudige kamer aan. Er was enthousiast schoongemaakt met bleek, dus we moesten het raam open zetten om de dampen te verdrijven. Het uitzicht op het dorpsplein was fantastisch, dus we kregen al zin in het wildmenu dat ons beneden te wachten stond.

Wild op je bord en op de kast
De eetzaal van dit kleine hotel had niet bepaald een romantische ambiance. Fel licht, spartaans meubilair en verlepte planten in de vensterbanken bepaalden de sfeer. De hoteleigenaren waren fanatieke verzamelaars van opzette dieren, want er stond een arsenaal aan fretten en roofvogels op de kast.  Kaarsjes waren nergens te bekennen en vanaf de muur keek een enorme hertenkop ons aan. Het was gewoon hilarisch. Het wildmenu stond niet op een kaart vermeld, maar werd mondeling in het Frans opgesomd. Het was een keuzemenu en de opties klonken als hokus pokus. Ik spreek wel een beetje Frans, maar dit tempo was me iets te hoog. Nadat de eigenaresse de keuzes een paar keer had herhaald en daarbij gebaren maakte van een fladderde vogel, bleken we een voorgerecht van vreemde soep, een hoofdgerecht van parelhoen en een nagerecht van crème brulée te hebben gekozen. Alles klonk beter dan dat het was, behalve het nagerecht. Al met al geen culinair hoogstandje, maar voor slechts 20 euro hadden we die avond toch prima gegeten.

Voldoende b
uitenlucht
De volgende dag gingen we een frisse neus halen in het nabijgelegen bos. Dat weekend was het jachtseizoen geopend, dus we moesten een aantal routes vermijden om zo niet beschoten te worden. We kozen voor een combinatie van twee wandelroutes in een schietvrij gebied en volgens de kaart zou deze twee uur duren. Eigenlijk duurde elke route afzonderlijk twee uur, maar daar kwamen we na 4,5 uur lopen en 20 km verder pas achter. Uitgeput en met enorme trek bereikten we de auto. Het was wel een fijne wandeltocht, want mijn hoofd was leeg, stressklachten waren weg en we hadden in ieder geval meer dan voldoende buitenlucht gekregen.

Uitgaan in Saint Hubert
Die avond hebben we afgeschoten wild verorberd in een pittoresk restaurantje in het dorp. Daar liepen nog echte professionele obers rond; deftige heren in witte overhemden en zwarte schorten. De hertenpaté, de goulash van everzwijn, gevolgd door een toetje van chocolade lava-taart waren overheerlijk. De wijnselectie was ook indrukwekkend. Normaal is vriendlief geen fan van rode wijn, maar deze vond zelfs hij erg lekker. Daarna hebben we nog Belgische biertjes gedronken in de dorpskroeg  waar de barmannen grote snorren hadden en leren giletjes droegen. Zo te zien was dit dé hotspot van het dorp, want alle tieners en stamgasten zaten hier. Buiten scheurde een pukkelige jongen op een schakelbrommer voor de zoveelste keer voorbij. Zelfs wanneer hij verderop door de bergen reed, hoorde je zijn brommer nog knetteren.
Ondanks dat Saint Hubert in een toeristische omgeving lag, trokken we als vreemdelingen best bekijks en werd de muziek nét niet stilgelegd toen we de kroeg binnenkwamen. Gelukkig ging de uitspraak ’bier na wijn geeft venijn’ bij ons niet op, want we voelden ons de volgende dag prima.
Op zondagmiddag was het alweer tijd om huiswaarts te keren. Nadat we de bakkerij naast het hotel hadden bezocht om locale lekkernijen in te slaan, begon de terugrit. Terug naar de drukte, maar wel met een opgeladen batterij voor een nieuwe werkweek.
<><><><><><><><>
Hoera, auto weer gevonden na 4,5 uur lopen!

zondag 13 november 2011

De familiereünie

Dit jaar was het tien jaar geleden dat oma overleed. Ze had een lang leven gehad met vreugde, maar ook vol met diepe tragedies. Ze was tot een paar maanden voor haar dood nog helder en actief, maar na een hersenbloeding werd dit met een klap anders. Met een sterk verslechterde gezondheid was ze klaar om te gaan. Het was goed zo, ook al was het erg verdrietig. Haar begrafenis was drukbezocht, bijna gezellig zelfs, want alle neven en nichten waren er ook. 


Na oma's overlijden
Achteraf besefte ik dat dit de laatste keer was dat ik hen allemaal samen zag. Nadat mijn oma richting hemel was vertrokken ging ik niet alleen haar missen, maar ook haar verjaardagen waar je de hele familie tegenkwam. Oma was het middelpunt van de familie, want iedereen kwam elkaar bij haar thuis tegen. Nu zij er niet meer was, viel dit middelpunt weg. Er was geen familiehonk meer, geen persoon meer bij wie de gehele familie samenkwam. Mijn oma had zes kinderen, van wie twee vlak achter elkaar op jonge leeftijd waren verongelukt. Haar overige vier kinderen zorgden voor totaal 11 kleinkinderen en inmiddels 15 achterkleinkinderen. Een familie waarin nauwelijks ruzie was te bekennen, maar toch verwaterde het contact na haar overlijden.


De aanloop naar een reünie
Op de dag dat oma jarig zou zijn komen haar kinderen en aanhang steevast bij elkaar om samen te eten. Zo blijven de broers en zussen elkaar toch nog met regelmaat zien. De kleinkinderen van oma worden hier vreemd genoeg niet bij betrokken. 


Gelukkig bleek ik de niet de enige te zijn die haar neven en nichten graag weer wilde zien. Dankzij de sociale netwerken Facebook en Hyves kwam ik een groot aantal familieleden weer tegen en konden we zo een kijkje nemen in elkaars huidige leven. Toch weegt zo'n virtueel contact niet op tegen een persoonlijke ontmoeting en zo opperde mijn oudste nicht via een email om een 'neven en nichtenreünie' te gaan houden. Een geweldig idee, maar voer het maar eens uit met al die overvolle agenda's. De meeste van ons hebben inmiddels kinderen die ook drukke programma's naast school hebben. Daarom werd dus de Datumprikker ingezet en na een paar mislukte pogingen werd dan ergens in maart van dit jaar de datum voor de reünie vastgesteld: 22 oktober!  Dat was dus de eerst mogelijke datum waarop iedereen kon. In ieder geval hadden we dus ruim een half jaar om ons mentaal voor te bereiden op het moment van weerzien.


En toen kwam de reünie; succes of niet?
Drie weken geleden was het dan zover: gelukkig had niemand (op de partner van een nicht na) afgemeld, dus in Bowling Heiloo zagen de verloren familieleden elkaar weer. Omdat we niet allemaal op hetzelfde tijdstip binnen kwamen, ontmoetten we de een bij de bar en de ander tussen de rondslingerende schoenen in de kleedruimte. Het weerzien was gemoedelijk en vrolijk. Het was goed om al die vertrouwde gezichten weer te zien. Ik moet eerlijk zeggen dat ondanks de jaren niemand erg was veranderd. Om de vorming van kliekjes te voorkomen (die op oma's verjaardagen vaak wel ontstonden), werden we in verschillende teams ingedeeld. Dat bleek een succes met veel strikes, ballen in de goot en gezelligheid.  


Bij het steengrillen dat daarop volgde was het tafelgezelschap ook goed gemixt. Er werd weer volop bijgepraat, nicht Sonja bleek nog altijd de grote gangmaker te zijn en de sfeer was uiterst goed te noemen. Omdat een aantal neven en nichten nog dicht bij elkaar wonen en diens kinderen samen opgroeien, is bij hen het contact wel gebleven. Met de overige familieleden, waaronder ikzelf, moest er even een inhaalslag worden gemaakt met een samenvatting van de afgelopen jaren. 


En nu?
Als afsluiting van een geslaagde avond met veel eten en de nodige drankjes gingen we graag samen op de foto (zie hieronder het resultaat). Daarop voegde ik me bij twee nichten die een comité hadden opgericht voor het volgende evenement. Ik ben blij om te zeggen dat de reünie een succes was. Het knagende gevoel dat ik mijn familie nooit meer zag is hiermee verdwenen. Volgend jaar komt er weer een reünie!